Vrijdag 1 juni 2007
Na het opstaan, douchen, eten enzovoorts zijn wij deze dag op weg gegaan naar het dorp Palióchora, dat ligt tussen Aroniádika en Potamós. Althans wat er nog over is van dit dorp, want hier bevinden zich de ruïnes van de oude hoofdstad gedurende de Byzantijnse periode, die destijds de naam Agios Dimitrios droeg. De stad werd in 1537 onder het gezag van de Turkse admiraal Barbarossa door een Algerijnse vloot in beslag genomen en totaal verwoest. Ooit waren er in dit gebied zeventig Byzantijnse kerken met prachtige muurschilderingen, waarvan de mooiste de kerk van Agía Barbára is. Een erg indrukwekkend complex van interessante overblijfselen, dat helaas nooit meer opgebouwd is. Deze voormalige hoofdstad ligt in een overweldigende natuur met ravijnen en spectaculaire vergezichten op de top van een klif, ongeveer één kilometer van de zee verwijderd. Een bezoek meer dan waard!
Na dit zeer interessante bezoek verder gereden richting het vliegveld van Kythira op weg naar de havenplaats Diakófti. In dit plaatsje legt de veerboot aan die een geregelde verbinding onderhoudt met het schiereiland Pelopónnesos, dat aan de overkant te zien is.
Ook is er nog duidelijk een scheepswrak van een Poolse vrachtvaarder te zien, dat als het ware geplakt ligt tegen een klein eiland voor de kust. Bij helder weer was dit scheepswrak zelfs te zien vanuit ons verblijf in Plateia Ammos. Het verhaal gaat dat dit ongeluk en het vergaan van dit schip veroorzaakt is door een dronken kapitein en bemanning. Aan het mooie zandstrand met het azuurblauwe water hebben we een verkoelend drankje genomen en een kleine snack, bestaande uit een simpele tosti met ham en kaas. En die smaakte goed als afwisseling.
De volgende stop was het iets zuidelijker liggende plaatsje Avlèmonas. Een schitterend pittoresk dorp met een mooi aangelegd parkje aan de wonderschone baai tot midden in het dorp. De auto werd geparkeerd aan het mooie haventje en wij zijn toen het dorp gaan verkennen. Op de kop van de baai staat de ruïne van een Venetiaans kasteel. Bij de restanten van de muren van dit kasteel zijn de kanonnen en het Venetiaans wapenschild nog te zien. In een zijstraatje op weg naar het kasteel bevindt zich een aardig winkeltje met kunstvoorwerpen met daarnaast een kleurige en weelderige bloementuin.
Nog een kaart gekocht van dit mooie dorp en dan weer in de auto richting ons verblijfplaats. Op de terugweg passeer je het mooie en lange strand van Paliópoli met daar vlakbij de bron van Afrodíti. Volgens de mythe werd hier deze godin van de liefde geboren uit de zee.
Vanaf Potamós hebben we deze keer weer eens de weg via Agía Pelagía genomen in plaats van de route via Karavás, want wij hadden twee dagen eerder, op woensdag, een ijszaak ontdekt en daar moest natuurlijk een keer een ijsje worden gekocht. Aldus gedaan!
Na een kort slaapje en een verdiende lekkere douche zijn we ’s avonds gaan eten in de derde taverna die Plateia Ammos rijk is, n.l. het visrestaurant aan het eind en op de punt van het haventje, waar ze overigens ook vleesgerechten hebben. Zoals bekend mag zijn bij degene die vaker naar Griekenland met vakantie is geweest, wordt de uitgekozen vis eerst gewogen, want je betaalt het per kilo, en daarna wordt de vis gekookt of op de grill gelegd. En dat laatste is het lekkerst, opgediend met een heerlijk vissausje. Ik had geen enkel idee wat voor soort vis het was en hoe de smaak zou zijn, dus gewoon maar proberen. En ik moet zeggen, het viel niet tegen. Alleen vond ik het jammer dat je dus alleen maar de gegrilde vis op het bord kreeg, maar geen enkel bijgerecht. Een beetje salade of iets dergelijks had er wel bij gemogen, maar ja, je kunt niet alles hebben.