Dinsdag 29 mei 2007
Na een lange nachtrust zijn we om ongeveer half negen wakker geworden. Met tussenpozen zijn we echter wel wakker gemaakt door enkele vervelende k….muggen, en daar gaan we dus voor de volgende nachten iets tegen doen. Na de douche om negen uur een broodje gehaald in het kleine winkeltje van Nina en ontbijt gemaakt op het terras (met uitzicht over zee). In de tussentijd kwamen ze de huurauto weer terugbrengen. Mét nieuwe banden en opnieuw uitgelijnd. Na het ontbijt nog een kop koffie gedronken en om elf uur vertrokken om op deze eerste dag (eigenlijk de tweede) de naaste omgeving van onze verblijfplaats te gaan ontdekken. Tijdens de informatiesessie kregen we genoeg tips om het eiland goed te leren kennen en het doel van vandaag was Amir Ali vlakbij Karavás en de waterbronnen van de Portokalia, met de leeuwenkop en de betonnen picknicktafel. De Portokalia dankt zijn naam aan een reusachtige sinaasappelboom, waarvan men beweerde dat deze in vroegere tijden tonnen sinaasappels droeg, die naar Athene geëxporteerd werden. Helaas is de boom tegenwoordig uitgebloeid.
Na een korte rit kwamen we bij Amir Ali en om daar te komen moest er eerst nog door een ontzettend smal weggetje worden gereden met een zeer scherpe haarspeldbocht, die niet in één keer te nemen was. Je moest eventjes doorrijden naar een zogenoemde ‘turningpoint’, daar de auto keren en dan haaks terug rijden het smalle weggetje af, steil naar beneden. Onderaan over een oude betonnen brug was een kleine parkeerplaats bij Café-bar Amir Ali, zeer fraai gelegen onder de platanen. De eigenlijke naam van het dorp is Amirális. Bij het oprijden van de parkeerplek lag de geit al op ons te wachten, vastgelegd met een ketting aan een oud verroest olievat (of iets dergelijks). We begonnen aan onze wandeling van een paar honderd meter langs het kabbelende beekje, totdat we bij de wit beschilderde muur aankwamen waar de bron en de picknicktafel al gauw waren gevonden. Je waant je hier in een oase van rust met het geluid van het klaterende water om je heen.
Uiteraard zijn hier enkele foto’s gemaakt en filmbeelden geschoten en toen weer langs dezelfde weg terug naar de auto en de geit lag nog steeds in de zon te wachten op de volgende klant.
Vervolgens zijn we doorgereden naar het dorp Potamós. Dit dorp heeft de meeste inwoners van Kythira en is tevens het commerciële handelscentrum van het eiland. Uiteraard werd dit dorp onderworpen aan onze toeristische blik voor mooie plaatjes. Hier hebben we alvast ansichtkaarten voor thuis gekocht, want je kunt nooit te vroeg zijn om de kaarten te versturen om te voorkomen dat je na twee weken vakantie weer thuis bent en de kaarten zijn nog niet aangekomen. In de tussentijd hadden we ook al een droge keel gekregen en die moest dus eerst gesmeerd worden met een frisdrankje en uiteraard een frappé op een van de terrassen van het dorpsplein.
En dit plein zouden we nog zeer regelmatig passeren, want er gaat vanaf het midden van het eiland maar één weg naar Karavás en Plateia Ammos.
Na deze korte pauze zijn we verder naar het midden van het eiland gereden richting Mitata. Dit dorp is op 8 januari 2006 getroffen door een zware aardbeving (6,9 op de schaal van Richter) en de verwoestingen, die destijds zijn aangericht, zijn nog duidelijk te zien. Vooral de kerk heeft zwaar geleden. De klokkentoren is zeer ernstig beschadigd en aan de achterzijde van de kerk is een complete hoek ingestort. Jammer genoeg is de kerk gekenmerkt met een rood kruis, dat aangeeft dat herstel niet meer mogelijk is en de kerk moet dus worden afgebroken. Dit is ook het geval met enkele huizen en er zijn in het dorp al kale plekken te zien, waar ooit huizen hebben gestaan. Ook is men nog steeds bezig met herstelwerkzaamheden aan de wegen in de omgeving. Het verlies van de kerk is een slag voor de inwoners van Mitata, waar de kerk, zoals in alle dorpen, een belangrijke plaats inneemt in de gemeenschap. Na een rondgang door het dorp zijn we iets gaan drinken en eten in het plaatselijke kafeneion naast de verwoeste kerk en toen teruggereden naar ons verblijf in Plateia Ammos.
Net even buiten Mitata ontdekten we in de verte een molen, die we uiteraard even moesten bekijken. De molen is gerestaureerd in 2006 en even verderop, op een afstand van ongeveer 100 meter, stond nog een molenrestant. Helaas was de molen gesloten, zodat deze niet van binnen bezichtigd kon worden. Interessant was wel hoe het wiekenkruis van de molen beveiligd werd tegen onverwachts draaien, namelijk door een zwaar blok beton vast te maken aan twee uiteinden van de wieken. Verder lag buiten op het terrein nog een balk, waarvan de herkomst niet duidelijk was. Uiteraard hier ook enkele foto’s genomen en toen maar weer verder.
Bij terugkomst nog even op het terras zitten bijkomen onder het genot van een rosé en een ouzo, daarna lekker douchen en in de avond gaan eten bij de taverna van Stefanos en Despina, de tweede taverna van het dorpje. Je moet ze natuurlijk allemaal gaan testen, nietwaar ? Stefanos en Despina zijn zeer vriendelijke mensen, die gezellig met je kunnen kletsen, alhoewel Despina wat minder, want zij beheerst het engels niet zo goed.