Maandag 28 mei 2007
Eindelijk dan. Vandaag is het de grote dag dat we weer met vakantie gaan en wel voor de zesde keer naar het door ons geliefde Griekenland. Deze keer hebben we voor een verblijf van twee weken het eiland Kythira als bestemming uitgekozen, omdat we er al redelijk veel over hadden gelezen en gehoord. Naar verluid moet het een heel mooi en rustig eiland zijn, met een schitterende natuur en vriendelijke mensen.
Om 01.50 uur stond dan de taxi voor de deur, die ons naar Schiphol zou brengen en hoewel we een taxi hadden besteld bij een bedrijf uit Dongen, bleek dat deze chauffeur niet uit Dongen kwam, maar uit Rosmalen. Wij vonden het al vreemd dat hij een, voor ons, vreemde route nam om op de snelweg A27 te komen, maar het bleek dat het bedrijf was overgenomen en deze chauffeur kende dus de weg niet zo goed.
Uiteindelijk kwamen we dan toch rond drie uur in de nacht op Schiphol aan. Eerst maar direct inchecken, dan zijn we ten minste onze koffers kwijt, en dan maar direct door de controle. We hadden verwacht dat er wel een lange rij zou staan, omdat er sinds kort streng wordt gecontroleerd op vloeistoffen, maar dat bleek mee te vallen. En veel haast hadden we ook al niet want de vlucht zou pas om zes uur zijn.
Na de controle nog een beetje rondgekeken in de taxfree shops, een fles parfum gekocht, en vervolgens naar de mediterrane bar om een broodje te eten. Omdat we uiterlijk om half zes bij de gate (D81) moesten zijn, zijn we op tijd aangelopen vanwege de afstand naar de pier en uiteindelijk met een kwartiertje vertraging, gingen we om kwart over zes dan de lucht in.
Onze vakantie met vlucht nummer HV 737 met Transavia was begonnen. Een toepasselijk vluchtnummer overigens als je ook met een Boeing 737 vliegt.
Na een rustige vlucht zijn we dan om 10.35 uur (Griekse tijd) geland op Kythira. We zagen al vanuit het vliegtuig dat het niet zulk mooi weer was en dat bleek ook toen wij uit het vliegtuig stapten. Stromende regen en heel veel wind. Niet normaal voor deze tijd van het jaar. We moesten hard lopen vanaf het vliegtuig naar het stationsgebouw om niet drijfnat te worden op die open vlakte.
In de aankomsthal, zeg maar aankomsthalletje, wachten op onze koffers, die waren dus ook nat geworden. Vervolgens gaan melden bij de host (geen hostess deze keer) van de reisorganisatie, die al onze reizen naar Griekenland tot nu toe heeft verzorgd. Aansluitend de autoverhuurder opgezocht om onze huurauto, in ontvangst te nemen en het avontuur om naar onze verblijfplaats op zoek te gaan, appartementen Akrotiri in Plateia Ammos, kan beginnen.
Bij het boeken van de reis hadden we al een auto gereserveerd voor deze vakantie, want er is geen openbaar vervoer op dit eiland en om je goed te kunnen verplaatsen om de (vele) bezienswaardigheden te kunnen bezoeken en om, met name bij de strandjes en baaitjes te kunnen komen, heb je een auto nodig.
In de stromende regen zijn we toen vertrokken naar de noordkust van het eiland en onderweg voelde ik dat de auto sterk naar rechts trok en het stuur schudde ook iets. Volgens mij kon dit niet goed zijn. Vlak voor het dorp Potamós zijn we gestopt bij een supermarkt om enkele boodschappen te doen voor de eerste dagen en tevens de auto gecontroleerd, wat de oorzaak van het trekken en schudden kon zijn. Een los wiel misschien? Of te zachte banden? De rechtervoorband bleek half leeg te zijn en dus naar de benzinepomp aan de overkant om de banden op te pompen. De bediende riep dat ik naar de banden moest komen kijken en ……… ik schrok me rot! Beide voorbanden waren letterlijk tot op de draad versleten. Het staaldraad stak er zelfs aan alle kanten uit en de banden waren goed voor een ijsbaan, zo glad. Uiteindelijk zijn we dan, heel voorzichtig rijdend (je zult maar een klapband krijgen), in Plateia Ammos aangekomen.
Bij aankomst werden we verwelkomd door de eigenaresse van het complex, mevrouw Nina. Zij is een zeer aardige en behulpzame dame en zij doet alle moeite om iedereen het goed naar de zin te maken. Het appartement zag er keurig netjes uit met een heel mooi uitzicht over de zee naar het schiereiland Pelopónnesos.
’s Middags om twee uur zou de host komen om informatie te vertrekken over het eiland. Natuurlijk hebben wij hem verteld over de slechte banden en de host heeft direct gemeld dat dit niet kon. Direct daarna werd ik gebeld door de autoverhuurder dat zij ’s avonds direct de auto kwamen halen en dat zij deze de volgende ochtend voor tien uur terug zouden brengen. Wij hadden de auto ’s avonds toch niet nodig, want wij wilden weer op tijd gaan slapen en zouden blijven eten in het dorp.
Na de informatiesessie zijn wij verder de koffers uit gaan pakken en na een nacht met zeer weinig slaap een tukje gaan doen, want die hadden we wel nodig. Na een heerlijk slaapje en een verfrissende douche zijn we ’s avonds gaan eten in één van de drie taverna’s die Plateia Ammos rijk is, namelijk de dichtstbijzijnde van het appartement, recht aan de overkant, Barkoula (Baρκογηα). Over deze taverna later meer.
Buiten de drie taverna’s, waarvan één een specifiek visrestaurant is, is er ook nog een ouzerie in het dorpje, maar geen bakker, geen supermarkt en geen pinautomaat. Daarvoor moest je naar de grotere plaats Potamós gaan, ongeveer acht kilometer rijden. Voor de bakker kon je ook naar het plaatsje Karavás op drie kilometer afstand van Plateia Ammos.
Dinsdag 29 mei 2007
Na een lange nachtrust zijn we om ongeveer half negen wakker geworden. Met tussenpozen zijn we echter wel wakker gemaakt door enkele vervelende k….muggen, en daar gaan we dus voor de volgende nachten iets tegen doen. Na de douche om negen uur een broodje gehaald in het kleine winkeltje van Nina en ontbijt gemaakt op het terras (met uitzicht over zee). In de tussentijd kwamen ze de huurauto weer terugbrengen. Mét nieuwe banden en opnieuw uitgelijnd. Na het ontbijt nog een kop koffie gedronken en om elf uur vertrokken om op deze eerste dag (eigenlijk de tweede) de naaste omgeving van onze verblijfplaats te gaan ontdekken. Tijdens de informatiesessie kregen we genoeg tips om het eiland goed te leren kennen en het doel van vandaag was Amir Ali vlakbij Karavás en de waterbronnen van de Portokalia, met de leeuwenkop en de betonnen picknicktafel. De Portokalia dankt zijn naam aan een reusachtige sinaasappelboom, waarvan men beweerde dat deze in vroegere tijden tonnen sinaasappels droeg, die naar Athene geëxporteerd werden. Helaas is de boom tegenwoordig uitgebloeid.
Na een korte rit kwamen we bij Amir Ali en om daar te komen moest er eerst nog door een ontzettend smal weggetje worden gereden met een zeer scherpe haarspeldbocht, die niet in één keer te nemen was. Je moest eventjes doorrijden naar een zogenoemde ‘turningpoint’, daar de auto keren en dan haaks terug rijden het smalle weggetje af, steil naar beneden. Onderaan over een oude betonnen brug was een kleine parkeerplaats bij Café-bar Amir Ali, zeer fraai gelegen onder de platanen. De eigenlijke naam van het dorp is Amirális. Bij het oprijden van de parkeerplek lag de geit al op ons te wachten, vastgelegd met een ketting aan een oud verroest olievat (of iets dergelijks). We begonnen aan onze wandeling van een paar honderd meter langs het kabbelende beekje, totdat we bij de wit beschilderde muur aankwamen waar de bron en de picknicktafel al gauw waren gevonden. Je waant je hier in een oase van rust met het geluid van het klaterende water om je heen.
Uiteraard zijn hier enkele foto’s gemaakt en filmbeelden geschoten en toen weer langs dezelfde weg terug naar de auto en de geit lag nog steeds in de zon te wachten op de volgende klant.
Vervolgens zijn we doorgereden naar het dorp Potamós. Dit dorp heeft de meeste inwoners van Kythira en is tevens het commerciële handelscentrum van het eiland. Uiteraard werd dit dorp onderworpen aan onze toeristische blik voor mooie plaatjes. Hier hebben we alvast ansichtkaarten voor thuis gekocht, want je kunt nooit te vroeg zijn om de kaarten te versturen om te voorkomen dat je na twee weken vakantie weer thuis bent en de kaarten zijn nog niet aangekomen. In de tussentijd hadden we ook al een droge keel gekregen en die moest dus eerst gesmeerd worden met een frisdrankje en uiteraard een frappé op een van de terrassen van het dorpsplein.
En dit plein zouden we nog zeer regelmatig passeren, want er gaat vanaf het midden van het eiland maar één weg naar Karavás en Plateia Ammos.
Na deze korte pauze zijn we verder naar het midden van het eiland gereden richting Mitata. Dit dorp is op 8 januari 2006 getroffen door een zware aardbeving (6,9 op de schaal van Richter) en de verwoestingen, die destijds zijn aangericht, zijn nog duidelijk te zien. Vooral de kerk heeft zwaar geleden. De klokkentoren is zeer ernstig beschadigd en aan de achterzijde van de kerk is een complete hoek ingestort. Jammer genoeg is de kerk gekenmerkt met een rood kruis, dat aangeeft dat herstel niet meer mogelijk is en de kerk moet dus worden afgebroken. Dit is ook het geval met enkele huizen en er zijn in het dorp al kale plekken te zien, waar ooit huizen hebben gestaan. Ook is men nog steeds bezig met herstelwerkzaamheden aan de wegen in de omgeving. Het verlies van de kerk is een slag voor de inwoners van Mitata, waar de kerk, zoals in alle dorpen, een belangrijke plaats inneemt in de gemeenschap. Na een rondgang door het dorp zijn we iets gaan drinken en eten in het plaatselijke kafeneion naast de verwoeste kerk en toen teruggereden naar ons verblijf in Plateia Ammos.
Net even buiten Mitata ontdekten we in de verte een molen, die we uiteraard even moesten bekijken. De molen is gerestaureerd in 2006 en even verderop, op een afstand van ongeveer 100 meter, stond nog een molenrestant. Helaas was de molen gesloten, zodat deze niet van binnen bezichtigd kon worden. Interessant was wel hoe het wiekenkruis van de molen beveiligd werd tegen onverwachts draaien, namelijk door een zwaar blok beton vast te maken aan twee uiteinden van de wieken. Verder lag buiten op het terrein nog een balk, waarvan de herkomst niet duidelijk was. Uiteraard hier ook enkele foto’s genomen en toen maar weer verder.
Bij terugkomst nog even op het terras zitten bijkomen onder het genot van een rosé en een ouzo, daarna lekker douchen en in de avond gaan eten bij de taverna van Stefanos en Despina, de tweede taverna van het dorpje. Je moet ze natuurlijk allemaal gaan testen, nietwaar ? Stefanos en Despina zijn zeer vriendelijke mensen, die gezellig met je kunnen kletsen, alhoewel Despina wat minder, want zij beheerst het engels niet zo goed.
Woensdag 30 mei 2007
Na het ochtendritueel, opstaan, broodje halen in het winkeltje, ontbijten op het terras, douchen en een kop koffie zijn we om ongeveer elf uur op pad gegaan om ons te begeven naar het uiterste zuiden van het eiland, namelijk naar de hoofdstad Kythira of ook wel Chóra genoemd. Deze stad ligt bovenop een heuvel en viel al vroeg onder de bescherming van de Griekse Monumentenzorg en werd neergezet als historische en traditionele stad. Hier hebben we een bezoek gebracht aan het Venetiaans fort op de top van de heuvel, dat is gebouwd in 1502 op de resten van een eerder gebouwd kasteel uit 1150. Dit fort was destijds de enige toegangspoort tot de stad. Het fort is later in handen gevallen van de veroveraars van Kythira, de Fransen, de Engelsen en de Italianen. Nadat de Turkse admiraal Barbarossa geheel Palióchora had verwoest, werd het fort het administratieve centrum van de Venetianen. Over ons bezoek aan Palióchora later meer in dit verslag. Vanaf het fort heeft men een prachtig uitzicht op Kapsáli.
Na het bezoek aan het fort een wandeling gemaakt door Chora zelf, waarbij opviel dat er veel fraaie kransjes en andere souvenirs worden verkocht van de Semperviva-bloem, die in het voorjaar op de rotsen groeit. Verder zijn er veel smalle steegjes met huizen in verschillende bouwstijlen uit de Venetiaanse en Engelse periode. Uiteraard enkele souvenirtjes gekocht, waaronder een ouzoglaasje en een vingerhoedje voor de verzameling.
Na ons bezoek aan Chóra zijn we doorgereden naar Katóuni om de beroemde brug te bezoeken. Deze brug uit de Engelse periode heeft een lengte van 110 meter en is daarmee de langste stenen brug in Griekenland.
Via diverse binnenwegen en verder via Fratsia en Dokana vervolgens naar de noordoosthoek van het eiland richting Agía Pelagía. Op de dag van aankomst waren we al door dit plaatsje gereden op weg naar onze accommodatie, maar nu wilden we het graag eens wat uitgebreider gaan bekijken. Hier heerst een gezellige bedrijvigheid, vooral in de avonduren, met enkele restaurants en taverna’s langs de kustweg. Op het terras van Café-bar-ouzerie Remetso (ρεμέτζο) een heerlijke koude Mythos en een vers geperste glas jus gedronken en daarna via dezelfde weg weer terug naar Potamós, om nog wat boodschappen te doen in de supermarkt net even buiten het dorp, want in Plateia Ammos is er zoals gezegd geen. Aangekomen bij de supermarkt bleek deze open te zijn vanaf vijf uur in de middag en wij waren er om tien minuten over vijf. Dus ……………. de supermarkt was nog gesloten. Wij nog even gewacht of er iemand op kwam dagen en omdat het toch naar onze zin te lang duurde, zijn we toch maar gegaan. Teruggekomen op ons “eigen” terras bij het appartement als aperitief maar een lekker wijntje en een ouzo genomen, in mijn nieuw gekochte glaasje, nog een sudoko-puzzeltje proberen op te lossen en daarna lekker douchen, voordat wij die avond zijn gaan eten bij de lokale ouzerie.
Donderdag 31 mei 2007
Na het ontbijt zijn we weer via Karavás naar Potamós gereden, een andere weg is er immers niet, om bij de apotheek zalf te kopen tegen insectenbeten en spray om die vervelende muggen de baas te zijn, die ons regelmatig verveelden. In het informatieboek van de reisorganisator hadden we gelezen welke zalf en spray het beste zou zijn, want deze periode van het jaar was weer de tijd van de “paardevlieg”, die nadat ze hebben gestoken, vervelende rode plekken achterlaten. En daar kom je pas achter als je dus al gestoken bent, want je voelt niet dat er zo’n vlieg op je been of arm zit.
In een erg leuk winkeltje met allerlei snuisterijen aan het dorpsplein van Potamós nog een cd gekocht met muziek van Kythira en in een modewinkeltje iets verderop een vest voor mevrouw. Hoewel het overdag best aangenaam was met een milde temperatuur, koelde het ’s avonds toch wel sterk af, ook omdat er in de eerste dagen nogal een sterke wind stond. En om een keer naar Nederland te bellen nog een telefoonkaart gekocht bij de periptero, want dat is goedkoper dan telefoneren met je mobiel. Hollandse zuinigheid dus !
Na de inkopen in Potamós rond het middaguur doorgereden naar Limni bij Agía Pelagía. We hadden de auto geparkeerd bij het strandje van Loréntzo en verder gewandeld naar een bijzondere plek Káki Lagáda. Dit is een natuurlijke uitgang van een schilderachtig ravijn, dat zijn oorsprong vindt in het dorp Trifilliánika. De rotsen vormen een poort, die uiteindelijk eindigt in het meer Límni. Helaas is het niet mogelijk het hele ravijn te bewandelen, maar vanaf de zeekant is het de moeite waard om er een stukje in te lopen. Je moet niet bang zijn voor natte voeten. Op deze plek uiteraard weer schitterende foto’s gemaakt en gefilmd en toen terug gelopen naar het Loréntzo-strand om de rest van de middag heerlijk te gaan liggen luieren en om af en toe een frisse duik in het zilte zeewater te nemen. En fris was het water wel, zeg maar rustig koud. Als het de 18 graden haalde was het volgens ons veel. Maar het was wel lekker!
Tegen de tijd dat de zon was gaan zakken achter de rotsen hebben we boel weer ingepakt en teruggegaan naar Akrotiri.
In de avond zijn we voor de tweede keer gaan eten bij Stefanos en Despina, want het was de eerste keer best gezellig. Ook deze tweede keer vonden zij het geweldig dat wij weer kwamen eten, want als “toegift” had Stefanos voor ons een “special drink”. En die moesten wij natuurlijk proeven. Het bleek een zelf gemaakte fatourada te zijn, een lokaal likeurtje, dat gemaakt is van tsipouro (een soort raki of Griekse jenever), gemengd met kaneel, kruidnagel en suiker. Deze fatourada kun je overigens ook verkrijgen in winkels waar ze lokale producten verkopen, maar de zelfgemaakte fatourada smaakt natuurlijk beter, want de samenstelling van het mengsel qua hoeveelheid blijft natuurlijk het geheim van de lokale bevolking. Het likeurtje ging er goed in en smaakte naar meer. Proost! Het was zó gezellig, dat Stefanos de gasten na het eten vroeg om nog even te blijven, want hij wilde ons graag een dvd laten zien met alle toeristische trekpleisters van het eiland. De deur naar de keuken werd eruit gehaald om de tv te kunnen draaien en de voorstelling kon beginnen.
Vrijdag 1 juni 2007
Na het opstaan, douchen, eten enzovoorts zijn wij deze dag op weg gegaan naar het dorp Palióchora, dat ligt tussen Aroniádika en Potamós. Althans wat er nog over is van dit dorp, want hier bevinden zich de ruïnes van de oude hoofdstad gedurende de Byzantijnse periode, die destijds de naam Agios Dimitrios droeg. De stad werd in 1537 onder het gezag van de Turkse admiraal Barbarossa door een Algerijnse vloot in beslag genomen en totaal verwoest. Ooit waren er in dit gebied zeventig Byzantijnse kerken met prachtige muurschilderingen, waarvan de mooiste de kerk van Agía Barbára is. Een erg indrukwekkend complex van interessante overblijfselen, dat helaas nooit meer opgebouwd is. Deze voormalige hoofdstad ligt in een overweldigende natuur met ravijnen en spectaculaire vergezichten op de top van een klif, ongeveer één kilometer van de zee verwijderd. Een bezoek meer dan waard!
Na dit zeer interessante bezoek verder gereden richting het vliegveld van Kythira op weg naar de havenplaats Diakófti. In dit plaatsje legt de veerboot aan die een geregelde verbinding onderhoudt met het schiereiland Pelopónnesos, dat aan de overkant te zien is.
Ook is er nog duidelijk een scheepswrak van een Poolse vrachtvaarder te zien, dat als het ware geplakt ligt tegen een klein eiland voor de kust. Bij helder weer was dit scheepswrak zelfs te zien vanuit ons verblijf in Plateia Ammos. Het verhaal gaat dat dit ongeluk en het vergaan van dit schip veroorzaakt is door een dronken kapitein en bemanning. Aan het mooie zandstrand met het azuurblauwe water hebben we een verkoelend drankje genomen en een kleine snack, bestaande uit een simpele tosti met ham en kaas. En die smaakte goed als afwisseling.
De volgende stop was het iets zuidelijker liggende plaatsje Avlèmonas. Een schitterend pittoresk dorp met een mooi aangelegd parkje aan de wonderschone baai tot midden in het dorp. De auto werd geparkeerd aan het mooie haventje en wij zijn toen het dorp gaan verkennen. Op de kop van de baai staat de ruïne van een Venetiaans kasteel. Bij de restanten van de muren van dit kasteel zijn de kanonnen en het Venetiaans wapenschild nog te zien. In een zijstraatje op weg naar het kasteel bevindt zich een aardig winkeltje met kunstvoorwerpen met daarnaast een kleurige en weelderige bloementuin.
Nog een kaart gekocht van dit mooie dorp en dan weer in de auto richting ons verblijfplaats. Op de terugweg passeer je het mooie en lange strand van Paliópoli met daar vlakbij de bron van Afrodíti. Volgens de mythe werd hier deze godin van de liefde geboren uit de zee.
Vanaf Potamós hebben we deze keer weer eens de weg via Agía Pelagía genomen in plaats van de route via Karavás, want wij hadden twee dagen eerder, op woensdag, een ijszaak ontdekt en daar moest natuurlijk een keer een ijsje worden gekocht. Aldus gedaan!
Na een kort slaapje en een verdiende lekkere douche zijn we ’s avonds gaan eten in de derde taverna die Plateia Ammos rijk is, n.l. het visrestaurant aan het eind en op de punt van het haventje, waar ze overigens ook vleesgerechten hebben. Zoals bekend mag zijn bij degene die vaker naar Griekenland met vakantie is geweest, wordt de uitgekozen vis eerst gewogen, want je betaalt het per kilo, en daarna wordt de vis gekookt of op de grill gelegd. En dat laatste is het lekkerst, opgediend met een heerlijk vissausje. Ik had geen enkel idee wat voor soort vis het was en hoe de smaak zou zijn, dus gewoon maar proberen. En ik moet zeggen, het viel niet tegen. Alleen vond ik het jammer dat je dus alleen maar de gegrilde vis op het bord kreeg, maar geen enkel bijgerecht. Een beetje salade of iets dergelijks had er wel bij gemogen, maar ja, je kunt niet alles hebben.
Zaterdag 2 juni 2007
Voor deze dag hadden we als bestemming in ieder geval Mylopótamos uitgekozen, want daar hebben in de kloof in vroegere tijden vierentwintig watermolens gestaan die tot na de Tweede Wereldoorlog in gebruik waren om graan te malen. Het water van de beek werd op bepaalde plaatsen via een dam en goten omgeleid om zo de molens van water te voorzien. Aangezien mijn interesse uitgaat naar wind- en/of watermolens, moest er dus ook een bezoek gebracht worden aan dit gebied. En de natuur moet daar wondermooi zijn, als je de diverse beschrijvingen in de toeristische gidsen moest geloven. En dat bleek dus ook te kloppen. Nadat we de auto hadden geparkeerd bij het dorpsplein van Mylopótamos gingen we op weg met in de hand het boekje met wandelroutes, dat door onze host was samengesteld over het eiland. Dit handige boekje hadden we gekocht bij de informatiesessie op de eerste dag.
Bij de splitsing kwamen we een grote “verrassing” tegen. Wegwerkers gingen namelijk de weg asfalteren en de hele weg was over de gehele breedte geteerd. De wegwerkers wenkten dat wij er wel langs konden, maar dan over een zeer smalle strook langs de zijkanten van de weg. We hebben de gok maar genomen, want er was verder geen mogelijkheid om bij ons doel te komen. Heel voorzichtig lopend om zo weinig mogelijk teer aan onze schoenzolen te krijgen, kwamen we dan bij het punt aan, waar we een smalle en sterk dalend keien pad af moesten lopen de kloof in. Dit pad was op sommige plaatsen echt een “enkelbreker”, want je moest ontzettend goed opletten waar de voeten werden neergezet. Al snel zag je aan de overkant van de kloof de eerste resten van watermolens en je hoorde het water in de diepte kletteren. We daalden nog verder het slingerende keien pad af en kwamen aan bij het heldere en frisse water van de beek. Nog een stuk verder kwamen we bij een oude stenen brug en nog een aantal ruïnes van watermolens. We namen rustig de tijd om deze bijzondere plek op ons in te laten werken met daarbij nog een klein en mooi meertje, waarin de kikkers van hun aanwezigheid blijk gaven.
Na een korte rustpauze werd dezelfde weg terug gevolgd. En dat viel niet mee! Het werd een hele klauterpartij in de hitte. Regelmatig werd een rustpauze genomen op een schaduwrijk plekje en we konden weer een stuk verder. Uiteindelijk kwamen we dan bij de nieuw geasfalteerde weg aan, maar die konden we helaas niet meer belopen, want het asfalt was nog heet en zacht en moest dus nog gewalst worden. Vlug de weg overgestoken naar een landweggetje aan de overkant en via een omweg langs de oude okergele school van Mylopótamos kwamen we dan uiteindelijk weer op het dorpsplein uit. Op het terras van het dorpscafé O Platanos nog iets te drinken genomen en een tosti ham/kaas/tomaat ging er ook wel in.
De rit werd vervolgens voortgezet naar de grot van Agía Sofía en naar Limionas. Gedurende de zomermaanden zou deze grot te bezichtigen zijn, maar er was niemand te zien. Wel kon de deur worden geopend en je keek rechtstreeks in een donker gat. Tegen de linkerwand lagen nog enkele helmen en lampen, maar toen de ogen waren gewend aan het schaarse licht bleek dat de ingang van de grot bestaat uit schitterende fresco’s. Een lust voor het oog, maar ook voor het oor, want je kon in de verte de druppels in de grot horen vallen.
Na dit korte bezoek doorgereden naar het haventje en strandje van Limionas. De weg is mooi om te rijden met schitterende vergezichten en scherpe haarspeldbochten.
Vanwege de tijd, omdat we nog Kato Chora wilden bezoeken, zijn we hier niet lang gebleven en zijn weer teruggereden richting Mylopótamos.
Het oude vestingstadje Kato Chora was destijds een veilige thuishaven voor ongeveer vijftig families uit Kreta en Cyprus, die door aanvallen geteisterd werden. In dit oude dorpsgedeelte ligt op het plein nog het oude engelse schoolgebouw, met daarnaast de poort met de Venetiaanse leeuw van Sint Marcos. In de oude vesting bevinden zich de ruïnes van een Venetiaanse nederzetting uit 1545, overblijfselen van woonhuizen, gedeeltes van de kasteelmuur en acht Byzantijnse kerken. Vanaf deze nederzetting heb je prachtige uitzichten. Nadat we deze indrukwekkende nederzetting uitvoerige hebben bekeken, gefilmd en gefotografeerd, is laat in de middag de terugreis aanvaard richting Plateia Ammos, voor het meemaken van een gezellige muzikale avond. Maar ……. er wachtte ons nog een tweede verrassing, want op de terugweg, net na het plaatsje Areoi, was men de weg aan het asfalteren. Wij vonden het al vreemd, dat wij over vers gelegd asfalt hadden gereden, de sporen stonden er in, en ja hoor even verder was de weg over de volle breedte geblokkeerd door een asfaltmachine en wij konden er dus niet langs. Géén waarschuwingsborden, géén omleidingsroute aangegeven, helemaal niets. Er was maar één oplossing en dat was terugrijden naar Mylopótamos, weer over het nieuwe asfalt, en dan richting Kalokerines, halverwege afslaan naar de hoofdroute van het eiland en dan richting Dokana en Potamós.
Tijdens de informatiebijeenkomst had de host ons verteld dat er iedere zaterdagavond, in taverna Barkoula recht tegenover onze verblijfplaats, originele Griekse muziek werd gespeeld door een bouzouki-speler en een gitarist. Het was ons trouwens al opgevallen dat er op de buitenmuur van de taverna de woorden “rembetika” en “laika” waren geschilderd als reclame. En dat betekent originele griekse muziekstijlen. Voor ons moest dat dus ongetwijfeld een gezellige avond gaan worden. Enkele dagen er voor hadden wij al een tafeltje besproken, want er was bij verteld dat het meestal wel druk was. Dat viel achteraf wel mee. Van de touroperator hadden wij een voucher ontvangen voor een gratis diner en die hebben wij voor deze avond gebruikt. Om eerlijk te zijn: wij hebben het er goed van genomen. Om ongeveer half elf begon de muziek te spelen en dat heeft geduurd tot ongeveer half drie in de nacht. De bouzouki-speler was de eigenaar van het restaurant en de begeleider op gitaar bleek de “zingende dokter”, de lokale hartchirurg van het eiland te zijn. Enkele dagen te voren hadden wij deze bijzondere man al een keer gezien in Agía Pelagía en wij dachten toen dat het wel een bouwvakker of iets dergelijks zou kunnen zijn, maar dat bleek dus een misvatting. En de verrassing was dan ook groot toen wij dezelfde man binnen zagen komen in Barkoula en hij op zijn gitaar begon in te spelen. Het is een geweldige avond geworden en zeker voor herhaling vatbaar. De afspraak voor de volgende zaterdag was dan ook snel gemaakt.
Zondag 3 juni 2007
Na de geweldige muziekavond van zaterdag zouden we het op deze dag rustig aan gaan doen. Onze eerste bestemming was de markt van Potamós. Iedere zondagochtend wordt op het dorpsplein een markt gehouden waarbij de bewoners van het eiland elkaar de laatste nieuwtjes uit hun dorp vertellen. Op deze markt worden in kleine kraampjes zorgvuldig de door henzelf verwerkte en gemaakte producten verkocht, zoals honing, olijfolie (in colaflessen), marmelade, fruit, groente, handwerk enz. Hoewel de markt erg klein is, was het toch aardig om, onder het genot van een cappucino, de gezellige bedrijvigheid te zien. Bij een stalletje nog een leuk aandenken gekocht voor een vriendin en toen op weg om ergens nog iets leuks te ontdekken. Zo kwamen we uit in Kato Livadi, waar drie molenrestanten vlak bij elkaar staan. Twee van deze restanten zijn uitgebreid bekeken, waarbij je in één van de restanten ook naar boven kon klimmen. Het derde restant op een heuveltop kon echter niet bereikt worden, zodat wie die maar van een afstand hebben gefotografeerd. Vanaf dit punt had je een mooi uitzicht op de heuvelachtige omgeving met in de verte de brug van Katóuni, die we al eerder bezocht hadden. Aan de andere kant van Káto Livádi ontdekten we nog een molen, namelijk in het dorpje Strapódi. Wij hier naar toe gereden en deze molen bleek een gereconstrueerde molen te zijn, die was ingericht als vakantieverblijf. Als je molenliefhebber bent, dan is deze molen helaas een voorbeeld van een niet gelukte reconstructie. Ook deze molen was gesloten en dus niet aan de binnenzijde te bezichtigen.
We besloten om door te rijden naar Kapsáli, want toen wij afgelopen woensdag in de hoofdstand Chora waren, konden we vanaf het fort Kapsáli mooi zien liggen met zijn beide baaien en die wilden we wel eens van dichtbij bekijken. Via Kalamos dus naar dit havenplaatsje gereden en de lunch gebruikt bij één van de vele restaurants aan de boulevard.
Toen wij zaten te eten viel ons op dat er een luxe jacht alle moeite aan het doen was het anker uit te gooien en om aan te leggen aan de kade. Na enkele pogingen was het gelukt, maar onze nieuwsgierigheid was gewekt om eens te gaan kijken wat voor mensen er dan wel aan boord van dit luxe jacht zaten. Al wandelend naar het begin van de pier, kwamen we al twee scheepsjongens tegen, Filippijnse types, die hondjes aan het uitlaten waren. We zeiden gekscherend tegen elkaar: “De prins van Lignac leeft toch niet meer”. Toen we aankwamen bij de boot was de bemanning druk bezig om de loopplank uit te leggen “zoals het moest”. Een metertje naar links, een metertje naar rechts, weer een metertje naar links en uiteindelijk lag de plank dus goed. De mensen wilden van boord gaan, maar dat mocht nog niet, want het opstapje naar de loopplank moest nog gelegd worden en de touwleuning was nog niet aangebracht. Uiteindelijk mocht men dus van boord. Zo te zien nogal gefortuneerde mensen, dat kon ook niet anders gezien het jacht. Blauwe petjes met het logo van het jacht erop, een handdoek over de schouder en zo ging men, onder begeleiding van een vrouwelijk bemanningslid, die de (goed gevulde?) koelbox moest dragen, naar het strand om te zonnen. Te decadent van woorden. Omdat wij de naam van het jacht hadden onthouden gingen we op internet zoeken, van wie de boot nou eigenlijk was, maar het bleek dat je deze kon huren bij een maatschappij voor de lieve som van $ 18.000 per dag, exclusief BTW. Een trip van veertien dagen kost dus de lieve som van $ 252.000, exclusief BTW. Dan is onze eigen vakantie op dit mooie eiland toch wel érg goedkoop.
Na bijgekomen te zijn van deze “vertoning” zijn we doorgelopen naar de tweede baai van Kapsali, waar zich de vissersboten bevinden. Bij dit haventje bevindt zich ook nog een klooster, althans de binnenplaats leek er erg veel op, maar helaas was het hek gesloten en wij konden het dus niet zeker vaststellen.
Via een zeer mooie weg richting Chóra zijn we op de terugweg in het dorp Fratsia afgeslagen om nog even naar het Skándia-strand bij Avlémonas te gaan. Totdat de zon achter de rotsen verdween zijn we hier gebleven en was het weer tijd om terug te gaan naar Plateia Ammos.
Omdat we ’s middags al uitgebreid hadden gegeten in Kápsali, zijn we ’s avonds maar niet meer naar een restaurant gegaan. Om het een keer gemakkelijk te maken, hebben we ons tegoed gedaan aan de tzatziki en het brood, dat we nog in voorraad hadden.
Maandag 4 juni 2007
Vandaag, de eerste dag van de tweede week van onze vakantie, houden we het dicht bij “huis”. We hadden uit het wandelboekje van de host een wandeling in de buurt uitgezocht, namelijk de wandeling naar de vuurtoren Faros Moudariou. Redelijk vroeg in de ochtend zijn we al pad gegaan, vanwege de verwachte warmte. Volgens het boekje zou de wandeling 1½ uur duren, en dus ook weer 1½ uur terug. Via een slingerend pad, met als enige begeleiding het geluid van de wind en de vogels, kwamen we bij een vijfsprong aan met een klein kapelletje dat ons verder leidde naar een pad dat steeds smaller en moeilijker begaanbaar werd. Het laatste stuk naar de vuurtoren was een erg smal pad vol met grote brokken steen. Echte “enkelbrekers” dus. Van hieruit heb je wel een mooi uitzicht op een baai in de diepte met het kerkje van Agios Nikolaos. Het geklauter was wel de moeite waard, want eenmaal bij de vuurtoren aangekomen, heb je een adembenemend uitzicht op de Pelopónessos aan de overkant. Vanuit de verte lijkt de vuurtoren erg klein, maar wanneer je ineens dichtbij bent, is die kleine vuurtoren toch wel erg groot. Bij de vuurtoren bevinden zich nog enkele (gesloten) gebouwen, waaronder een bakhuisje dat nog niet zo lang geleden in gebruik was, gezien de achtergelaten sporen. Verder staat er iets verder aan de kustlijn nog een overblijfsel van vermoedelijk een verdedigingswerk. Helaas hebben we nog niet kunnen achterhalen wat dit is geweest en waarvoor het heeft gediend.
Na de wandeling hebben we bij terugkomst de lunch gebruikt op ons “eigen” terras van Akrotiri en ’s middags zijn we naar het plaatsje Karavás gereden.
We wilden hier graag de kerk bekijken die gewijd is aan Agios Charalambos en gebouwd is in 1800 en uitgebreid in 1876. Helaas was de kerk gesloten. Heel bijzonder is, dat de grote kerkklokken in een boom hangen, hoewel je dat op meer plaatsen ziet. Vanaf het kerkplein heb je een mooi uitzicht op een enigszins verlaten dorp aan de overkant, Mavrogiorgiánika. We zijn toen maar een beetje in dit dorp rond gaan kijken, met het dorpscafé (ook al gesloten), de voormalige landbouwschool en de toegangspoort tot het dorp aan de weg naar Potamós.
Na dit bezoek aan Karavás verder gegaan naar (alweer) Agía Pelagía, want wij hadden de tip gekregen dat daar een oude watermolen werd gerestaureerd en dat wilden we wel eens gaan bekijken. De eigenaar was overigens de zoon van de eigenaresse van hotel Kythereia. Onder dit hotel heeft de eigenaresse ook een leuk souvenirwinkeltje, waar we een mooi grieks shirtje hebben gekocht. Voor onze kleindochter wilden we graag een t-shirtje kopen, maar de juiste maat was helaas niet in voorraad. Deze aardige mevrouw deed haar uiterste best om er voor te zorgen dat het t-shirtje er over enkele dagen wel zou zijn. We spraken af om deze week bij gelegenheid nog een keer langs te komen.
De watermolen was in het verleden al familiebezit, want de overgrootvader van de huidige eigenaar had hier als molenaar gewerkt. Deze man was erg enthousiast om ons te vertellen over zijn project om deze oude watermolen om te toveren tot een vakantieverblijf, dat al aan het eind van het seizoen 2007 klaar moest zijn. Er zaten zelfs nog enkele oude elementen in van vroeger, zoals de oude molenstenen en het horizontale waterrad. Het voorste gedeelte, dat vroeger de eigenlijke watermolen was, werd gerestaureerd in de oorspronkelijke staat en het achterste gedeelte zou het gastenverblijf worden. Er werd zelfs aan ons advies gevraagd hoe hij het voorste gedeelte het beste in kon richten, want ik had gezegd dat ik zelf als vrijwillig molenaar op een windmolen in Nederland werkte.
’s Avonds zijn we voor de tweede keer gaan eten bij de lokale ouzerie. Tijdens het eten brak een hevig onweer los met stevige regenbuien en dat was nog niet helemaal voorbij toen wij laat in de avond terug wilden gaan naar onze accommodatie. Van de ouzerie kregen we plastic tafelkleedjes mee om ons enigszins tegen de regen te beschermen op onze terugweg. Gelukkig bleken deze niet nodig te zijn, want de regen was in de tussentijd opgehouden, maar het onweer bleef nog enige tijd voortduren.
Dinsdag 5 juni 2007
Hiep, hiep hoera! Vandaag vier ik mijn verjaardag! Toen wij de terrasdeuren hadden geopend lag er op de tafel een cadeautje, namelijk een “local product”, een pot met gesuikerde amandelen van het eiland Kythira , met daarbij een felicitatiekaartje van de touroperator en een roosje uit de tuin van “onze” Nina.
Deze dag zou in het teken staan van het “heilige”. Als eerste bestemming hadden wij het klooster van Mirtidiótissa uitgezocht. Dit is het grootste klooster van het eiland en wordt door de Grieken uit het hele land bezocht om de gelijknamige en beroemde icoon te bezichtigen. Na een erg mooie rit hebben we de auto geparkeerd op het grote plein voor het klooster en op de binnen plaats zagen we al de mevrouw lopen met de wel erg grote sleutel in de hand, die de deur van de kerk zou openen. In de kerk mocht echter niet gefilmd en gefotografeerd worden. Dus hebben we maar enkele kaarten gekocht, waarvan het geld gedeponeerd moest worden in een soort offerblok. In de zijvleugel van deze “moni” stonden de deuren open van enkele “cellen”, zodat hierin een blik kon worden geworpen hoe de kloosterlingen leefden. Toen wij een foto namen, werd dit eigenlijk niet zo gewaardeerd, want dan onder enig gemopper werd deur met kracht dicht gedaan.
Na dit bezoek aan het klooster zijn we verder gereden naar het volgende klooster, Moni Elissis, gebouwd in 1871. Het was al de hele dag bewolkt en hoe verder wij de weg opreden richting dit klooster, hoe dichter de bewolking werd. Wij moesten met de lampen aan gaan rijden en op het laatst was het zicht amper tien meter. De kerktoren was in de bewolking bijna niet meer te zien. Hier even rondgekeken en aan alle deuren gevoeld of de kerk niet van binnen te bezichtigen zou zijn, maar helaas, dat was niet het geval zoals bij vele kerken en kerkjes.
Op de heenweg naar het klooster van Mirtidótissa zagen we dat er een nieuwe molen werd gebouwd net even buiten Kalokerines en op de terugweg zijn we toen even gestopt om de bouw van deze nieuwe molen nader te kunnen bekijken. Helaas spraken de aanwezige bouwvakkers geen Engels, maar toch kon de molen in zijn geheel worden bekeken. De horizontale as met het bovenwiel was al aanwezig, zo ook de askop en de penbalk. Interessant om te zien hoe men in Zuid-Europa een windmolen bouwt met het wiekenkruis gericht naar een vaste windrichting. Naast de molen lag de kap ook al klaar om geplaatst te worden.
Vervolgens verder gereden naar de mooie slingerende en klimmende weg van Kápsali naar Chóra om foto’s te maken van het grote aantal Byzantijnse kerkjes in de oude wijk Mésa Vóurgo, vlak onder het fort van Chóra. Tijdens ons bezoek aan Kápsali van afgelopen zondag, was het er niet van gekomen. Dus gingen we nu maar, want we hadden nog wel tijd daarvoor. In een aantal van deze Byzantijnse kerkjes bevinden zich prachtige fresco’s en iconen. Ook deze kerkjes waren jammer genoeg gesloten zodat we de fresco’s en iconen niet konden bekijken.
Als slot van deze “heilige” dag hebben we het klooster Osios Theodoros bezocht, dat op de terugweg ligt tussen Aroniádika en Potamós. Dit kleurrijke klooster is tijdens de 12e en 13e eeuw gebouwd door vaklieden uit Monemvassia, dat ligt aan de oostkust van de “rechtervinger” van de Pelopónessos. Voor ons is dit een bekende en indrukwekkende plek, want wij zijn in 2006 hier op bezoek geweest. In Monemvassia is volgens de overlevering het geraamte van Agios Theodoros, een lokale heilige, gevonden. De kerk is jarenlang de zetel van de bisschop van Kythira geweest. Op 12 mei, de naamdag van de heilige Theodoros, komen vele bewoners van Kythira naar het klooster om de heilige te eren. Naast de kerk staat een schoolgebouw uit de Engelse periode, dat nu dienst doet als ontvangstzaal. De priester woont nog in het huis tegenover de kerk die jammer genoeg ook al was gesloten. Ook hier hing de grote klok, met touwen vastgemaakt, in de boom.
Na het bezoek aan de kloosters zijn we teruggereden via Agía Pelagía en we hebben nog een drankje genomen op het terras van café-bar Remetzo. We ontmoetten daar weer Ziggi, de uitbater van dit etablissement, die wij de vorige zaterdag ook al hadden ontmoet tijdens de muziekavond in restaurant Barkoula tegenover onze accommodatie in Plateia Ammos. Ziggi nodigde ons uit om met een aantal andere vakantiegenieters aanstaande woensdag, morgen dus, te gaan eten bij het restaurant van Maria in Logothetiánika. Wij hadden al vernomen dat het daar iets bijzonders moest zijn, dus de afspraak was snel gemaakt.
’s Avonds zijn we maar weer gaan eten bij Stefanos en Despina, want we hadden geen zin meer om naar een ander dorp te rijden en dan weer laat in de avond in het pikkedonker terug. Bij terugkomst zat er op de deur van onze studio een envelop geplakt van de touroperator en we kregen enigszins schrik. Want wat kon dat nou zijn, gezien het feit wat wij tijdens onze laatste vakantie in 2006 mee hadden gemaakt. Wij hebben uiteraard direct de inhoud van de envelop gelezen en die bleek zeer verrassend te zijn. Geëmotioneerd zijn we gaan slapen. Maar over de inhoud van de envelop later meer.
Woensdag 6 juni 2007
Wat betreft het tweede cadeau bleek er in de envelop, die op de deur was geplakt een brief te zitten, die geschreven was uit naam van onze lieve kleindochter en wij mochten eten in een restaurant op haar kosten naar onze eigen keuze en op een tijdstip, dat wij zelf uit mochten kiezen. Dit als dank voor hetgeen wij het jaar daarvoor mee hadden moeten maken, namelijk haar te vroege geboorte tijdens onze vakantie in 2006 op de Pelopónessos. En ook voor de periode na haar geboorte, die zij in het ziekenhuis moest verblijven. De host van de touroperator had er nog een briefje bij gedaan, dat hij alles voor ons zou regelen en achteraf bleek de moeder van onze kleindochter alles al met de touroperator had geregeld buiten ons om, natuurlijk als verrassing voor ons, maar dat even terzijde. Voor ons was dit natuurlijk erg emotioneel en gaf nog meer glans aan onze vakantie. Ook alle lof voor de host die de moeite had genomen om de envelop ’s avonds laat nog bij de accommodatie te brengen en op de deur te plakken.
Na het opstaan, douchen en het ontbijt eerst maar eens naar de bakker in Karavas gereden om lekker vers brood en enkele andere lekkernijen te halen. Nou kwamen we elke dag wel door Karavas heen, een andere weg is er immers niet, maar deze keer maar eens een stop gemaakt bij de bakkerij. De bakker was een zeer enthousiaste man, die voluit vertelde over zijn producten en voordat je iets kocht, moest er eerst geproefd worden of het product wel beviel. Want hij stond erop dat het goede kwaliteit moest zijn, zo niet de beste en hij was zeer trots op zijn bijzondere Kythiriaanse specialiteiten. We hebben hier een soort een soort geroosterde minibroodjes gekocht, die de inwoners van Kythira gebruiken bij hun picknicks, waarbij zij deze minibroodjes dan dopen in bronwater. Wij proefden deze minibroodjes en vonden ze erg lekker. Dus een zak gekocht om later op de dag deze op het strand op te gaan eten.
De dag werd voortgezet via de weg, die langs het vliegveld gaat, naar het klooster Agia Moni. Op de hoek van de weg, die naar het klooster gaat staat een standbeeld van ………………..
Dit klooster uit 1840 hebben we al diverse keren vanuit de verte boven op een berg bij Diakófti zien liggen. Dus moest het er maar een keer van komen om ook dit klooster te bezoeken. Agia Moni is gebouwd ter ere van de Heilige Maagd Maria. Ieder jaar komen hier vele gelovigen op 6 augustus om de naamdag van de beschermheilige te vieren. Velen blijven dan de volgende vijftien dagen in het klooster om te bidden en te vasten. De verblijfsruimten zijn erg karig ingericht met enkele bedden en een kleine kookgelegenheid en niet voorzien van enige verwarming. Eerst hebben we rond het klooster gelopen om te genieten van het uitzicht over Diakófti en over de zee naar de Pelopónessos aan de overkant. Wij dachten dat dit klooster ook wel gesloten zou zijn, maar nadat wij de balk van de toegangsdeur hadden verschoven, deze was aangebracht vanwege de stevige wind om te voorkomen dat de deur zou klapperen, kwamen we uit op de mooie binnenplaats. En tot onze verrassing was de kerkdeur ook van het slot, zodat we binnen konden kijken. Maar, zoals gebruikelijk in de Griekse kerken, wordt het niet echt gewaardeerd dat je daar binnenkomt met blote schouders en met blote knieën. En die hadden we. Maar een behulpzame toerist, die Grieks sprak en die wij overigens al eerder tegen waren gekomen in Mylpotámos, vroeg aan een erg jonge kloosterzuster of er geen doeken waren om deze om ons heen te slaan. Zij had die niet en wenkte dat het toegestaan was om de kerk te bezichtigen. De kerk had een prachtig interieur met veel glans en glitter! Na het bezoek aan de kerk en aan de bijgebouwen, zijn we de kloosterzuster gaan bedanken voor het bezoek en zij bood ons iets te drinken aan en wij moesten een snoepje uit de trommel nemen. Ook vroeg ze om iets in het gastenboek te schrijven. Erg aardig en gastvrij.
Na dit bezoek aan het klooster hebben we even de rust opgezocht en zijn via de betonweg, die afdaalt naar Avlémonas, naar het strand van de baai van Kaladí gegaan. Dit strand is het verlengde van het langgerekte Skándia-strand van Paliópoli, waar wij zondag de 3e juni al waren geweest. Om op het strand te komen moest je eerst een erg steile stenen trap van ongeveer 127 treden afdalen, maar het was de moeite waard. Een erg mooi kiezelstrand met schitterende rotsblokken en doorkijkjes. Op dit strand hebben we heerlijk genoten van onze vers gekochte geroosterde minibroodjes van de bakker van Karavas.
Nadat de zon achter de rotsformaties was verdwenen zijn we weer teruggegaan naar Plateia Ammos om ’s avonds te gaan eten bij Maria in Logothetiánika. Zis, van de bar uit Agia Pelagia, stond ons al op te wachten en er stond al een grote tafel voor ons gezelschap klaar. Toen wij binnenkwamen in dit etablissement …………………je weet niet wat je ziet! Dit moet je echt meemaken! Voorheen was het een dorpswinkel en dat is het nog steeds maar nu annex restaurant. De spullen, meestal in dozen, hoog opgestapeld vanaf de grond tot aan het plafond. Hier en daar een foto van de voorouders ertussen en de flessen afwasmiddel staan gebroederlijk naast de flessen drank of andere levensmiddelen. Verder zie je tegen de wanden nog oude vitrinekasten, die volgestouwd waren met onder andere theedoeken, afwasborstels, blikjes frisdrank en je kon het zo gek niet bedenken of “het moest er wel ergens liggen”. Bovenop de dozen twee televisietoestellen met, voor Grieken gebruikelijk, een volumeknop die op “hard” stond en daartussen stonden dus enkele tafeltjes waaraan gegeten kon worden. De papieren tafelkleedjes werden bijvoorbeeld rechtstreeks uit een doos getrokken. Prachtig om te zien! Het eten was prima! We wisten van te voren niet wat we te eten zouden krijgen, want Ziggi had ons verzekerd dat het een “surprise” zou worden. En dat werd het ook! We kregen voorgerechten opgediend, die we nog nooit eerder tijdens onze vakanties in Griekenland te eten hebben gekregen, waaronder gebakken courgettes met kaas en een soort “tapenade”, die je op het geroosterde brood (met kristalzout, olijfolie en oregano) moest smeren. Vervolgens werden weer diverse tussengerechten op tafel gezet, totdat er een reuzenschotel met frites en vlees kwam. Daarnaast werden onophoudelijk de glazen bijgevuld met wijn. In de tussentijd kwam Maria regelmatig vragen of alles goed was, terwijl oma rustig in een hoekje de krant zat te lezen (volgens Maria seksadvertenties) en de bonnetjes zat te tellen. Als toetje kregen we, tot twee keer toe, grote hoeveelheden Griekse yoghurt met vruchten en een erg zoete soort “brokkelige schuimgebak” in twee smaken. Kortom, het eten was voortreffelijk. Aan het eind van dit overvloedige eetfestijn kregen de dames nog een cadeautje, in de vorm van een hanger uitgereikt, van Maria en de heren werden verblijd met een miniflesje ouzo. En zo werd het deze dag weer erg laat, voordat we ons bed in konden kruipen.
Donderdag 7 juni 2007
Op deze dag zijn we weer naar Mylopotámos gegaan, want we hadden dan wel de watermolens aan de ene kant van de kloof gezien, maar aan de andere kant van de kloof was de waterval en ook nog een gerestaureerde watermolen.
Vanaf het dorpsplein in Mylopotamos zijn we omhoog gereden en dan weer afdalend naar een kleine parkeerplaats. Vanaf deze parkeerplaats gaat een pad naar een betonnen plateau dat vroeger een uitspanning is geweest. Vanaf dit plateau zijn we langs een betonnen watergoot gelopen richting de gerestaureerde watermolen, die we al eerder vanaf de andere kant zagen liggen. Toen we bij deze watermolen aankwamen, was er niemand te bekennen en alle deuren zaten op slot. We hebben toen maar genoten van de rust en van de kunstmatige waterval, die het water langs de molen afvoert naar een lager gelegen beek. Echter …………. bij terugkomst bij de watermolen kwamen er twee mannen aanlopen, die blijkbaar iets met de molen te maken hadden, want zij waren werkzaamheden aan het voorbereiden om een pergola voor de druivenstruiken aan te brengen op het terras. Op onze vraag aan één van de mannen of hij iets van de molen afwist, bleek het de eigenaar te zijn, die nog steeds bezig was om de molen te restaureren. Wij vroegen of we de molen mochten bekijken en hij opende voor ons, zeer gastvrij, alle deuren. Hij was al vier bezig met de restauratie en het zou nog wel enkele jaren duren voordat alles af was. Het plan was om er een kleine taverna van te maken voor de wandelaars. De eigenaar vertelde ons volop over de molen en zijn plannen en liet ons uitgebreid zijn eigendom zien. Er bevond zich nog een maalstoel, enkele oude gereedschappen, een kleine handmaalsteen en een horizontaal waterrad. Wij vonden het erg leuk dat hij ons de gelegenheid tot bezichtiging gaf en bedankten hem uitgebreid. Maar de waterval, waarvoor we eigenlijk gekomen waren, hadden we nog steeds niet gevonden en gezien.
Na deze “mazzelontmoeting” hebben we op de terugreis naar Akrotiri nog het strand van Fournoi aangedaan. Om dit kiezelstrand onder Agia Pelagia te bereiken, moest je een hobbelig keienpad afrijden, maar het voordeel was wel dat je auto aan het strand kon parkeren. Helaas liet na enige tijd de zon ons in de steek, zodat we maar weer op tijd naar Plateia Ammos vertrokken voor het bijzondere avondeten, dat ons te wachten stond.
Zoals eerder vermeld in dit verslag troffen wij bij terugkomst bij ons verblijf in Akrotiri, afgelopen dinsdagvond, een envelop aan met een brief. En die bleek afkomstig te zijn van onze kleindochter van 10 maanden oud met het aanbod om op haar kosten, op een tijdstip en plaats die wij zelf uit mochten kiezen uit eten te gaan. Dit als dank voor de goede zorgen en de opvang van de ouders tijdens de periode na haar geboorte op 10 juli 2006. Zoals gezegd waren wij toen met vakantie in de Pelopónessos en hebben haar geboorte dus niet mee kunnen maken. Een zeer vreemde en emotionele ervaring om zo opa en oma te worden. Acht weken voor de uitgerekende datum wilde zij graag het daglicht aanschouwen en daar had dus niemand rekening mee gehouden. Onze dochter had in Nederland alles geregeld met de reisorganisatie en met de host, buiten ons om natuurlijk, want het moest een grote verrassing worden (en dat was het ook!!). De host had de opdracht gekregen om samen met ons het tijdstip en de locatie te bepalen en had daarvoor een mooi papier gemaakt, zowel voor ons als voor het restaurant van onze keuze. Wij moesten dit papier laten zien bij aankomst, zodat men bij het restaurant wist, wie wij waren en waarvoor wij kwamen. Onze keus was gevallen op restaurant Stella in Agia Pelagia, waar wij uiteraard welkom waren en hebben daar heerlijk gegeten. Dit uiteraard steeds met het thuisfront in gedachten voor dit zeer mooie aanbod. Geweldig! Bij terugkomst in Nederland hebben wij hen daarvoor uiteraard heel hartelijk en op onze eigen wijze voor bedankt.
En omdat we toch vlakbij de bar van Ziggi zaten, hebben we bij hem nog een “afzakkertje” op het terras genuttigd.
Terug op onze accommodatie en laat in de avond hebben wij nog even een berichtje gestuurd met onze dank en de vragen beantwoord, die wij van onze dochter per sms hadden kregen, wat het menu was geweest.
Vrijdag 8 juni 2007
Omdat het de vorige avond nogal redelijk laat was geworden, waren we niet zo vroeg opgestaan. Voor deze dag hadden we eigenlijk niets gepland, zodat we het maar eens erg rustig aan zouden gaan doen.
Na een lekker ontbijt met een heerlijke kop koffie zijn we op weg gegaan naar een strand, dat we nog niet hadden gezien, namelijk het verscholen strand van Komponáda.
Maar eerst nog maar weer even langs de bakker in Karavas, want de geroosterde minibroodjes waren wel erg lekker en we wilden voor onze kinderen ook iets van deze lokale specialiteiten meenemen.
Met weer een uitgebreid enthousiast verhaal van de bakker gingen we weer op pad met heerlijke chocoladekoekjes en uiteraard een zak met de geroosterde broodjes.
Het weer werkte vandaag niet zo goed mee, want het was meer bewolkt dan zonnig, hoewel de temperatuur toch nog redelijk hoog aanvoelde. Maar lekker lui liggen op het strand, met een boek en een muziekje er bij, kan ook zeer aangenaam zijn. En dat was ook zo!
Het etentje bij het restaurant van Maria in Logothetiánika was erg gezellig geweest afgelopen woensdag en we besloten om deze keer maar weer eens naar Maria te gaan, want we hadden inmiddels wel trek gekregen. Niet om uitgebreid te eten, maar gewoon iets kleins, hoewel dat voor Griekse begrippen toch wel groot uit kan vallen. We hebben een heerlijke kleine souvlaki genomen met een salade en daar hadden we voorlopig wel even genoeg aan.
Bij terugkomst in onze accommodatie hebben we nog een tijdje op ons “eigen” terras vertoefd om te genieten van het uitzicht over zee, richting de Pelopónessos en de voorbij varende schepen.
Na een douche en het aantrekken van andere kleding, zijn we ’s avonds voor de laatste keer naar het restaurant van Stefanos en Despina gegaan. Daar werd het weer gezellig babbelen met Stefanos, die van alles wilde weten en omdat het de laatste keer zou zijn dat wij hen gingen eten, hebben we hartelijk afscheid van hen genomen en bedankt voor de gezelligheid.
Zaterdag 9 juni 2007
Het zat ons toch niet lekker dat we de waterval van Mylopótamos niet hadden gevonden, dus gingen we vandaag wéér naar die mooie plek om de waterval te gaan zoeken.
We hebben de auto weer geparkeerd op de inmiddels bekende kleine parkeerplaats onder de bomen en we daalden het pad richting het plateau af, waar vroeger de uitspanning was.
Toen we beneden waren hoorden we in de verte al het geluid van vallend water en ja hoor, aan de linkerzijde van het plateau lag, iets verscholen, inderdaad de waterval. Dat wij dat de vorige keer nooit gezien hadden! We hadden de vorige keer de fout gemaakt om bij het plateau rechtsaf te gaan in plaats van linksaf.
Eenmaal bij de waterval gaf het een heerlijk gevoel van rust, waar de blauwe libelles enthousiast zweefden boven het water. Een prachtig gezicht!
Nadat we hier een poosje hadden vertoefd, zijn we op we gegaan naar het zandstrandje van Limionas met een klein haventje, waar de vissersbootjes lichtjes dansten op het kabbelende water. Hier hadden we het geluk dat de deur van het kerkje van Agios Nikolaos wel te openen was en hebben het interieur uitvoerig bekeken. Verder stonden aan het haventje een soort betonnen bunkers, die waarschijnlijk dienden als opslagplaats voor de lokale vissers.
Na dit korte bezoek verder gereden naar een volgend strand, dat we ook nog niet hadden gezien, namelijk de baai van Lykódimou. Deze baai is te bereiken via een hoge bergweg met prachtige vergezichten over de groene dalen. Aan dit strand is ook nog een grot te vinden.
Het weer werd er niet beter op, want de bewolking naam steeds dichtere vormen aan en na een poosje zijn we toch maar weer van dit strand vertrokken, want plotseling zagen we een bliksemflits met een onweersklap in de verte achter de rotsen en dat leek ons geen goed voorteken. Vooral niet als je bij of in het water zit.
Dus wij de boel maar weer ingepakt en zijn we maar weer terug gereden via Agía Pelagía naar onze verblijfplaats in Akrotíri, om ons te verheugen op onze tweede avond met Griekse muziek in taverna Barkoula.
Ook deze avond was weer een groot succes. Het alom bekende duo speelde vanaf half elf, ongeveer vier uur lang, aan één stuk door, tot midden in de nacht. Ook Ziggi was weer aanwezig en een ieder kon genieten van zijn danskunst, die alom werd gewaardeerd. In de tussentijd werden er kleine hapjes gegeten, want ’s middags hadden we in Agía Pelagía al een pizza verorberd, maar daarentegen vloeide de wijn in overvloed. Aan het eind van de avond gaf Ziggi nog een klein cadeautje mee als aandenken aan ons verblijf op Kythira.
Kortom weer een geslaagde avond, zoals de week daarvoor!
Zondag 10 juni 2007
Om nog iets aan ons kleurenschema te doen hadden we het plan opgevat om vandaag voor de laatste keer naar Loréntzo-beach te gaan bij Agía Pelagía.
En wie komen we daar tegen? Juist ………….Ziggi. Hij was al aardig bekomen van de avond ervoor in Barkoula en had weer fut genoeg om de sirtaki-dans uit te leggen en voor te doen. En zoals het ook in de film Zorba de Griek werd getoond: op het strand. Al was het wel een ander strand dan in de film, maar dat deed niets af van het plezier om het te doen.
Het werd echter steeds warmer en dat zonder enige beschutting. Ook begonnen de muggen erg vervelend te doen, totdat wij er genoeg van kregen.
Ziggi was inmiddels al vertrokken naar zijn bar om te gaan werken en wij besloten om maar op zijn terras een drankje te gaan halen. En op zo’n hete dag gaat een lekker koud biertje en een vers geperste jus er wel in. Of twee ……..
Ziggi trakteerde ons ook nog met een bordje verfrissende komkommer en kaas en of dat niet genoeg was, kwam hij even later nog een keer met een bordje tomaat en pittige worst. En wij hoefden die extra’s niet af te rekenen, want dat was voor “my friends” en hij had bij een eerder bezoek aan zijn bar tegen ons gezegd, dat geld niet belangrijk was (….).
In ieder geval werd het gebaar door ons zeer gewaardeerd.
Tegen de avond zijn we vertrokken en omdat dit de laatste avond van onze vakantie was, zijn we voor de laatste maal naar het restaurant van Maria gegaan. We wilden niet zo laat gaan eten, omdat we ’s avonds op ons “eigen” terras nog de laatste “restjes” uit de koelkast op wilden maken. Na ons eten bij Maria kregen we nog als laatste cadeautje van haar een pot marmelade mee, ook al een “local product”. Die hebben we natuurlijk meegenomen in de bagage en eenmaal terug in Nederland: de inhoud smaakte voortreffelijk!
Eenmaal terug in Akrotíri zijn we in de avond begonnen met het bij elkaar zoeken van onze reisspullen, het leeghalen van de kasten en lades, de kleding alvast uitgezocht wat thuis direct in de wasmachine moest enz. enz.
Daarna snel gaan slapen want de volgende ochtend moest er vroeg worden opgestaan.
De terugreis naar Nederland stond op het programma. Helaas!
Maandag 11 juni 2007
Vandaag de laatste dag, voorlopig, op Kythira. Voorlopig, want wij denken hier nog wel eens terug te komen.
’s Morgens om acht uur stond de bus al voor de deur om de overige reizigers op te halen om ze naar het vliegveld te brengen en nadat de bus was vertrokken zijn wij ook maar in de auto gestapt en naar het vliegveld gereden. Een rit van ongeveer een half uur.
Op het vliegveld hebben we de auto ingeleverd bij de autoverhuurder en er tevens maar bij gezegd, dat de ruitenwisserbladen ook aan vervanging toe waren, want bij een fikse regenbui deden zij niet meer het werk waarvoor ze eigenlijk bestemd zijn, namelijk de ruiten schoonvegen. En vooral als er zand en stof op zit door het droge weer.
Nadat we enige tijd hadden gewacht kon er worden ingecheckt. Dat verliep zeer vlot en we konden doorgaan naar de vertrekruimte.
Korte tijd later zagen we het vliegtuig landen en nadat de passagiers voor hun vakantie op dit mooie eiland waren uitgestapt, konden wij onze plaatsen in het vliegtuig innemen. En om 11.15 uur was dan onze vakantie definitief ten einde, althans op Kythira, want toen steeg het vliegtuig op om naar het vliegveld van Kalamata te gaan, voor een tussenstop, om daarna verder te vliegen naar Schiphol. Daar kwamen we om ongeveer drie uur aan. Na de landing, het uitstappen, een eind lopen naar de aankomsthal, wachten op de koffers en het zoeken naar de vertrekplaats van de bestelde taxi, werden we weer naar huis gebracht.
En bij het afzetten voor de deur van onze woning kwam er dan definitief een einde aan deze vakantie.